Eredivisie

Vanaf januari beperkt aantal stadionbezoekers toelaten kan noodscenario afwenden

Januari wordt voor het betaald voetbal een hele belangrijke maand. Mogen er vanaf dat moment weer beperkte aantallen toeschouwers toegelaten worden in de stadions, dan is het financiële leed nog te overzien. Door tijdig óók naar de mogelijkheden te kijken en verantwoord een stap vooruit te zetten, kan onherstelbare schade worden voorkomen aan clubs die soms al zo’n honderd jaar zijn verbonden met een stad en hun inwoners.

De bedrijfstak het betaald voetbal loopt dit seizoen vanwege de coronamaatregelen zo’n 200 miljoen euro mis. Eerder werd dit cijfer geraamd op maximaal 331 miljoen euro, uitgaande van een geheel seizoen voetballen zonder publiek. Zonder stadionbezoeken valt bij de clubs abrupt zo’n zestig procent van de omzet weg.

Het inkomstenverlies voor de clubs is tot nu toe lager uitgevallen dan die maximale raming dankzij vooral de loyaliteit van de sponsoren en de stadionbezoekers. Zo verliep de verkoop van de seizoenkaarten gezien het magere perspectief om de wedstrijden ook daadwerkelijk te kunnen bijwonen ver boven verwachting. Er zijn 235.855 seizoenkaarten verkocht voor het seizoen 2020/’21, ten opzichte van 269.373 een jaar eerder.

Veiligheid

Voor het komend seizoen biedt dit echter geen zekerheid. Bovendien bestaat bij sommige clubs de kans dat seizoenkaarthouders aan het eind van dit seizoen nog geld terugvragen als ze te weinig wedstrijden hebben kunnen bezoeken. Een hoger verlies kan dan alsnog realiteit worden. Ook vanuit dat perspectief is het wenselijk dat zo snel als het veilig is weer (beperkt) publiek wordt toegelaten in de stadions.

Juist gericht op de veiligheid zijn protocollen voor verschillende scenario’s opgesteld en hebben de clubs tienduizenden euro’s geïnvesteerd in maatregelen. Uit evaluaties van gemeenten, politie en auditteam Voetbal en Veiligheid bleek dat bij bijna alle 130 wedstrijden die aan het begin van het seizoen zijn gespeeld het publiek gedisciplineerd meewerkte en er zijn geen gevallen bekend van personen die in een stadion besmet zijn geraakt.

Als op korte termijn weer (beperkt) publiek in de stadions wordt toegelaten, dan blijft de schade voor het betaald voetbal nog steeds groot maar zijn de gevolgen te overzien.

Aanstaande maandag staat dit onderwerp op de agenda bij het debat over sport in de Tweede Kamer.

Kader: Maatschappelijke waarde betaald voetbal

Het betaald voetbal is een sector waarin 10.000 personen werkzaam zijn en die 1,3 miljard euro bijdraagt aan het Nederlandse BBP. Jaarlijks betaalt de bedrijfstak 190 miljoen euro aan belastingen en is daarmee een nettobetaler aan de overheid. De totale maatschappelijke waarde van voetbal, waarvan het betaald voetbal een integraal en belangrijk deel uitmaakt, is in 2015 door PWC berekend op 2,18 miljard euro. Alle 34 betaald voetbalorganisaties voeren jaarlijks tussen de 500 en 1.000 maatschappelijke projecten en activiteiten uit, gericht op het tegengaan van eenzaamheid, versterken van het zelfvertrouwen, bevorderen van een gezondere levensstijl en begeleiding van mensen naar werk. Voor de coronatijd bezochten gemiddeld 220.000 Nederlanders wekelijks de stadions. Op tv heeft het betaald voetbal ruim 10 miljoen unieke kijkers. Daarmee is het een inspiratiebron voor jong en oud om zelf te sporten, wat sterk bijdraagt aan de volksgezondheid.

Dit artikel delen